De Parkeeradviseur



Advies en ontwerp

De Parkeeradviseur adviseert en ontwerpt voor fiets- en autoparkeren bij locatie- en gebieds­ontwikkelingen. Zowel in de context van duurzame mobiliteit als pragmatisch voor opdrachtgevers die gewoon behoefte hebben aan een kwalitatief goede par­keer­voor­zie­ning. De Parkeeradviseur helpt bij de volgende vraagstukken, met oog voor de onderlinge samenhang:


Contact

De Parkeeradviseur
Parkeeradvies en -ontwerp

Martin Blankendaal
Telefoon: 06-12880364
E-mail: martin@deparkeeradviseur.nl
LinkedIn: Martin Blankendaal

Stoombootweg 21
1035 TS Amsterdam

KVK-nummer: 77775236
BTW-Nummer: NL003235642B53


Blog: Het recht van de snelste - De flexibele groenvoorziening


In het boek “Het recht van de snelste” stellen Thalia Verkade en Marco te Brömmelstroet kritische vragen over de voorrang die de snelste - de auto - krijgt in ons verkeers­sys­teem. Het boek benoemt de parkeernorm als medeoorzaak van de ruimte die de auto in­neemt in de verblijfsruimte, en dat is zeker niet onterecht. Bij woonwijken (maar ook bij andere functies) gelden regelmatig forse par­keer­nor­men. Normen die soms bijdragen aan de ontwikkeling van gebieden met veel parkeercapaciteit en een lage ver­blijfs­kwali­teit.

De auteurs presenteren schijnbaar onbewust een oplossing voor het vraagstuk van de te hoge parkeernormen: het flexibele plein. Dit is het plein van de school van Marco's kin­de­ren, waar oorspronkelijk een kiss-and-ride-voorziening was gepland. Bij wijze van expe­ri­ment mogen de bewoners gedurende twee jaar iets anders maken dan een kiss-and-ride, in de veronderstelling dat deze laatste functie niet nodig is. Het verkeer mag bij dit ex­pe­ri­ment niet vastlopen. Als dit wel het geval is wordt alsnog een kiss-and-ride-voor­zie­ning gerealiseerd.

Ik wil graag de stap van het flexibele plein naar de flexibele groenvoorziening toe­voe­gen. Deze variant wordt in de par­keer­we­reld toegepast. Op plaatsen waar de parkeernorm als te hoog wordt ervaren, maar waar on­vol­doen­de referenties aanwezig zijn om er zeker van te zijn dat een lagere norm volstaat. Daarbij wordt dan in eerste instantie een ge­deel­te van de parkeernorm gerealiseerd, met een reservering voor het resterende ge­deel­te. Bijvoorbeeld een extra groen- of speel­voor­zie­ning die als het nodig is aan het par­keer­are­aal kan worden toe­ge­voegd, of de mogelijkheid een extra laag aan te brengen op een boven­grond­se par­keer­voor­zie­ning. De gemeente kan haar parkeernorm daarbij hand­haven als het nodig is, en de ont­wik­ke­laar kan een ontwikkeling met een hogere verblijfskwaliteit realiseren en mogelijk kosten besparen als zijn inschatting juist was. Als er toch meer parkeerplaatsen nodig blijken reali­seert de ontwikkelaar deze alsnog.

Een bijkomend voordeel is dat de toe­kom­sti­ge bewoners/gebruikers mede­ver­ant­woor­de­lijk zijn voor de kwaliteit van de openbare ruimte, en dat dit duidelijk met ze ge­com­mu­ni­ceerd kan worden. Als ze teveel auto's heb­ben wordt alsnog extra par­keer­ca­pa­ci­teit gerealiseerd ten koste van de groen- of speel­voor­zie­ning. Daarmee mogen ze dus zelf kiezen en is de kans groter dat ze voor een al­ter­na­tie­ve vervoerswijze kiezen. Zeker als bij de ontwikkeling gezorgd is voor goede al­ter­na­tie­ven voor de auto, bijvoorbeeld door goede fiets­par­keer­plaat­sen (ook voor bak­fiet­sen, elektrische fietsen en andere bij­zon­de­re modellen) en deelauto's dichterbij de woning aan te bieden dan de parkeerplaatsen voor auto's.